Is digitaal wel zo geniaal? Drie aspecten van communicatie die via het scherm verloren gaan.

Corona bracht de digitalisering van vergaderingen en gesprekken in een stroomversnelling. Handig want geen files, tijdsefficiënt want snel tussendoor en niet op z’n minst plaatsonafhankelijk. Of er dan enkel maar voordelen zijn aan digitaal communiceren? Nee, is kort en bondig het antwoord. Meer nog, de digitale depressie ligt meteen op de loer. We zetten alvast drie valkuilen in het daglicht.

Begin juni schreef Mattias Desmet in Knack een uitvoerig stuk over de uitputting die digitale gesprekken teweegbrengen. Hij keert in z’n argumentatie terug naar de vroegste levensfase waarbij baby’s de fysieke nabijheid van hun moeder nodig hebben om taal te leren, fijngevoelige emoties waar te nemen en zelfs geuren aan het palet van hun communicatie toe te voegen.

Als volwassenen hebben we eigenlijk dezelfde noden om tot een waardevolle, volledige manier van communiceren te komen. Het scherm en de verbinding via een glasvezelkabel zijn voor dat niveau louter hinderlijke stoorzenders. Het resultaat is dat je je na een online vergadering moe voelt, nooit echt het gevoel krijgt van een ‘goed gesprek’ te hebben en met een leegte achterblijft. Niet voor één keer natuurlijk maar als digitale gesprekken de norm worden, rollen we met z’n allen richting uitputting.

Drie valkuilen in digitale communicatie

  1. De lichaamstaal verdwijnt 

    Dat non-verbale communicatie belangrijk is, weten we allemaal. Maar dat we er onbewust een pak dingen uit afleiden valt ons pas op als we dat via videochat niet meer kunnen. Doordat je je gesprekspartners vaak maar tot op schouderhoogte ziet, vallen arm- en handbewegingen bijvoorbeeld volledig weg. Ook het peilen van spanning of weerstand verloopt via het lichaam. Die hele brok onbewuste communicatie stelt ons als mens in staat te voorspellen hoe het gesprek zal verdergaan en daaraan passen we onze antwoorden en vragen aan. Bellen via het scherm maakt dat proces moeilijk en levert onvoorspelbaarheid op, wat op z’n beurt tot stress en vermoeidheid leidt.

  2. Geen kans op dansen 

    Een gesprek is een dans waarin de partners feilloos op elkaar inspelen dankzij innerlijke spiegelingen, minimale maar cruciale veranderingen in spierspanning en het toetreden tot elkaars ervaringswereld. Voor het voornoemde is fysieke nabijheid een absolute voorwaarde: onder elke uitwisseling van informatie gaat een bijzonder intiem spel van overdracht schuil tussen lichamen. Dat klinkt erotischer dan het is, maar zonder verarmt het gesprek meteen.

  3. Misleiding van de geest 

    Hoewel we de ander voor onze neus op een scherm zien, ervaren we een gigantische afstand. Of zoals Gianpiero Petriglieri het zegt: “Onze geest wordt er in digitale interacties toe misleid om te geloven dat we bij elkaar zijn maar onze lichamen weten dat dit niet het geval is. Wat er zo uitputtend is aan digitale gesprekken, is het voortdurend aanwezig zijn in de afwezigheid van de ander.” Dat gevoel van gemis kan naar depressie en passiviteit leiden.

Bij Walk Your Talk kiezen we daarom bewust voor een hybride aanbod waarbij live trainingen aangevuld worden met webinars en online tools. The best of both worlds, zeg maar. Als trainers in verbindende communicatie zijn we overtuigd van de waarde van menselijke nabijheid in gesprekken van welke aard dan ook. Als aan die behoefte voldaan is, kijken we graag naar complementaire andere vormen van communiceren.